Literatuur over wijk en bewoners

Artikelen die verschenen zijn over onderzoek en ervaringen met verbeteringen van wijken en meer betrokkenheid van bewoners

‘De beste plannen komen van onderop’ (vk 25maart 2013)

Interview met Jim Diers, Seattle  (door Bart Dirks )

De Amerikaanse stad Seattle is het voorbeeld van waar initiatief van burgers alle ruimte krijgt. Geld helpt, bureaucratie schrappen nog meer. Inde wijk Fremont stond in de jaren tachtig een levensechte raket gericht op het stadhuis van Seattle. Het bestuur van de Amerikaanse stad en zijn inwoners stonden vijandig tegenover elkaar. Zo kreeg de burgermeester een levende kip thuisgestuurd van militante buurtcomités: ze waren woedend omdat bijna alle geld naar het centrum ging.

Inmiddels geldt de Amerikaanse stad als hét voorbeeld van neighborpower, actiuef burgerschap. Jim Diers (60) was de eerste directeur van het Seattle Department of Neighborhoods, het buurtprogramma in de stad met 600.000 inwoners. Tegenwoordig reist Diers van Japan tot Ierland en Nieuw-Zeeland tot China om zijn optimistische filosofie uit te dragen. Zondag sloot hij een stampvol bezoek aan Nederland af.

Wat is het geheim van Seattle?

‘De buurtcomités waren activistisch: ze vonden dat de stad te weinig voor hen deed. Als ze zelf iets organiseerden, lag het stadsbestuur dwars: dat had geen vertrouwen in de inwoners. De onveiligheid groeide, bendes namen de straten over. Toen drong het besef door dat Seattle een wel erg idiote vorm van democratie had gekregen. Burgers moesten zich burgers gaan voelen, geen belastingbetalers die verwachten dat de overheid alles oplost. De overheid moest ruimte bieden voor initiatief.

‘Instituties worden gedreven door data, door cijfers, gemeenschappen door verhalen. Die moet je vertellen.

Vertelt u eens zo’n verhaal?

‘In de wijk Ballard stonden amper bomen; volgens de overlevering omdat Scandinavische immigranten zo veel mogelijk zon wilden en een hekel hadden aan bos. Dervilla Gowan, een dame die enorm van bomen hield, begon een actie met briefjes in de buurt en advertenties in de lokale krant. In straten waar ze niemand kende, klopte ze op deuren, op zoek naar medestanders. In 1994 zijn zo op één dag 1.080 bomen in de wijk geplant. De stad betaalde ze, bewoners hebben ze geplant en onderhouden.

‘Dat was pas het begin in Ballard. We hebben meer parken nodig, zeiden de mensen. Seattle had geen geld, maar de inwoners zijn zelf aan de slag gegaan, op braakliggende terreinen, op plekken met overbodig asfalt. In twintig jaar zijn er twintig parken gekomen. Er zijn duidelijke afspraken over wat de verantwoordelijkheid is van de gemeente, en wat van de bewoners. Vaak gaat het niet om geld, maar om het schrappen van bureaucratie. Want denk maar niet dat de dienst parken dit een goed idee vond.’

In Nederland wordt fors bezuinigd. De overheid doet daarom een groter beroep op vrijwilligers. Een voorbeeld van burgerkracht?

‘Mensen verantwoordelijkheid geven is uitstekend. Maar als dat is om te kunnen bezuinigen, is het dubieus. Omdat het de overheid goed uitkomt, moeten vrijwilligers het buurthuis draaiende houden of het groen onderhouden.

‘Anderzijds: als je weinig geld hebt, kun je maar beter veel mensen hebben. Laat de initiatieven dan wel van onderop komen. Stimuleer de activiteiten die in de wijken ontstaan, haal barrières weg. Wat interessant is aan bezuinigingen: bestuurders en ambtenaren moeten weer leren met de burgers zelf te praten, want veel professionals in de non-profitsector verliezen hun baan. Ze deden goed werk maar vormden ook een hindernis tussen burgers en bestuur.’

Hoe kun je buurten mobiliseren?

‘Ik zal je eerst vertellen hoe het meestal gebeurt, overal ter wereld: door te vergaderen. En hoe demotiveer je mensen? Indedrdaad door te vergaderen. Je moet de leuke dingen mogelijk maken, met direct resultaat, anders haakt de meest gemotiveerde vrijwilliger af. Bedenk de plannen niet op het gemeentehuis, maar sluit aan bij de passie van de mensen. Waar droom je van? Waarvan lig je wakker?’

Mensen hebben het toch veel te druk?

‘ Iedereen kan iets geven, met zijn hoofd, zijn hart of zijn handen, oftewel: kennis, passie of vaardigheden. We kijken snel naar wat mensen niet kunnen: ze zijn oud, gehandicapt, spreken onze taal niet of zijn dakloos. Zo maak je ze tot cliënten in een dienstenmaatschappij, in plaats van burgers die iets bijdragen. Ga in buurten uit van de netwerken die er al zijn. Iedereen is al lang georganiseerd.’

Welke verhalen neemt u mee uit Nedcerland?

‘Heel erg veel! Ik ben onder meer in Groningen, Den Haag en Venlo geweest en heb veel rondgefietst. In Zutphen hadden mensen de woningbouwcorporatie overgehaald om een ruimte beschikbaar te stellen voor activiteiten. Er wordt gekookt, er is een kinderclub, een kledingbank. Die plannen kwamen van onderop. Elders was ik in een buurt die de overlast van hangjongeren zelf oploste. Niet door de politie te bellen maar door in gesprek te gaan.’

Ondanks de bezuinigingen zijn we voor Amerikaanse begrippen nog steeds enorm verwend.

‘Absoluut, dat is jaloersmakend voor een Amerikaan. Maar er zijn ook veel zaken die je niet met geld kan kopen.’